Roelof IJbema: wadlooppionier van de Engelsmanplaat

door Harm Jan Wilbrink

Tijdens mijn eerste wadlooptocht als aspirant-gids van Wadloopcentrum Pieterburen hoorde ik van een collegagids dat er eind zestiger jaren een boekje was verschenen getiteld ‘Wadlopen’. Hier zou een verhaal in staan over “een wadloper” die in de oorlog rondzwierf bij Paesens-Moddergat, de plaats waar ik een half jaar eerder was gaan wonen. Via Marktplaats kon ik het boekje snel bestellen.

Jan Visser: wadloper ‘pur sang’
Het verhaal over het wad bij Moddergat bleek te zijn geschreven door ene IJbema, die in 1948 in de gemeente Westdongeradeel was komen wonen. Hij beschreef zijn ontmoeting met Jan Visser (1899-1985) van De Oere bij Moddergat, die in de oorlogstijd nachtelijke ‘wadlooptochten’ naar de Engelsmanplaat maakte.

Ik heb het artikel geplaatst in de dorpskrant en kwam er al snel achter dat er nog een zoon van de genoemde Jan Visser, Dirk, in Moddergat woont.

Roelof IJbema
Dirk Visser wist te vertellen dat de schrijver Roelof IJbema nog in leven is en in Kollum woont. Op maandag 1 februari 2010 heb ik de inmiddels 88-jarige wadlooppionier opgezocht. Hij blijkt nog zelfstandig te wonen in dezelfde bungalow die hij bijna een halve eeuw geleden zelf heeft ontworpen. Aan de muur hangen schilderijen die hij maakte tijdens het onderduiken in de Tweede Wereldoorlog. In 1943 belandde hij in concentratiekamp Amersfoort en werd hierna in Letland tewerkgesteld als bouwkundig tekenaar. Na de bevrijding werd hij door de Russen in een veewagen meegenomen naar Siberië, waarna hij uiteindelijk toch weer naar Nederland werd teruggestuurd. Al deze tijd hield hij een dagboek bij dat werd gepubliceerd als “Dwangarbeider tussen twee fronten“ (1997).

Roelof IJbema werd geboren in Workum en leerde zwemmen in de Zuiderzee, die werd afgesloten toen hij tien was. Hij had daarom ook het gevoel weer terug te komen op zijn geboortegrond toen hij in 1948 in Dongeradeel kwam wonen.

Groep Schortinghuis
Vanaf ongeveer 1950 maakte IJbema zijn eerste tochten op het wad, nadat hij van de vissers uit Paesens-Moddergat, in het bijzonder van Pieter Visser (tegenwoordig wonend in Holwerd) en zijn vader Jan, wegwijs was gemaakt achter de dijk.

Na zijn kennismaking met Schortinghuis, de nestor van het georganiseerde wadlopen, deed IJbema mee aan een aantal roemruchte wadlooptochten, zoals

– Van Griend naar vaste wal op 26 juli 1962. Deelnemers: Derk Schortinghuis, C. van der Burgt, F. Ditzel, L. van der Krieke, Roelof IJbema. Voor het eerst in de geschiedenis werd het wad tussen de kust en dit eiland belopen. Het was indertijd de laatste te belopen oversteek die nog niet gemaakt was.

– Naar Griend op 16 juni 1963. Poging na 13 km gestrand.

– Texel-Vlieland op 29-30 juni 1963. Deelnemers: o.a. Derk Schortinghuis, Wouter Joenje, G. van Gortel, Roelof IJbema, Lieuwe Blanksma, F. Ditzel, E. van Moerkerken en C. vd Burgt. Abrahamse en Buwalda hadden deze tocht het jaar eerder op hun naam geschreven. Hun poging werd door Schortinghuis gediskwalificeerd als ’boerenbedrog’, omdat overvloed werd in rubberboten, terwijl Schortinghuis en consorten gebruik maakten van ’wadstoelen’ van bamboestokken. Anderen zouden deze tocht later in een tij lopen.

– Naar Griend op 31 mei 1964. Deelnemers: Jan Abrahamse, Lieuwe Blanksma, Jaap Buwalda, Wouter Joenje, Peter van Lookeren Campagne, Wim Sikken en Roelof IJbema.

Herdenking vissersramp 1958
Behalve voor het wadlopen heeft IJbema altijd veel belangstelling gehad voor de geschiedenis van de vissersdorpen Paesens-Moddergat. Nadat Jan Visser hem er midden jaren vijftig op had gewezen dat bijna 75 jaar geleden de vissersramp had plaatsgevonden, waarbij 83 dorpelingen om het leven kwamen, nam hij het voortouw in een grootschalige herdenking. Eigenhandig schreef hij, samen met Hans de Haan, oud-onderwijzer uit Paesens-Moddergat, het herdenkingsboek “De ramp van Moddergat” en ook ontwierp hij het monument dat ter nagedachtenis aan de zeedijk werd opgericht. Hij ging op zoek naar een dichter voor de tekst op het monument en kwam terecht bij “dichter fan it Fryske lân” Obe Postma (1868-1963), die hem doorverwees naar de andere Friese dichter Douwe Tamminga (1909-2002), zeggende: “Ik bin de dichter binnendyks, mar Tamminga bûtendyks”. Dit zou de tekst worden:

As de dea it skip berint
Dan is der gjin ûntkommen.
O wetter, o wif elemint!
De sé hat jown, hat nommen.

In het Nederlands:

Als de dood het schip bedreigt
Dan is er geen ontkomen.
O water,o onzeker element!
De zee heeft gegeven, heeft genomen.

Als ik in februari 2010 bij IJbema op bezoek ben draagt hij de tekst nog eens plechtig uit zijn hoofd voor met een aantal herhalingen. “Tamminga vond het ook een van zijn beste gedichten”, voegde hij er aan toe.

Herdenkingsbijeenkomst
Verslagen van de herdenkingsdag op 6 maart 1958 laten een grote betrokkenheid van de bevolking van Paesens-Moddergat zien. Men heeft het idee dat er een zwakke poging is gedaan iets goed te maken van het ondergane leed.

Het monument op de dijk, waar bij slecht weer wekenlang met man en macht aan gewerkt is, werd onthuld en er was een herdenkingssamenkomst in de Hervormde kerk. De heer D. Zwart, hoofd van de Christelijke School in Moddergat, hield een herdenkingsrede over de vissers van Paesens-Moddergat voor, tijdens en na de ramp. Deze toespraak maakte volgens de verslagen een diepe indruk op de aanwezigen. Commissaris van de Koningin in de provincie Friesland mr. H. P. Linthorst Homan hield een verhaal over de toenemende onzekerheid voor de visserij met de komende afsluiting van de Lauwerszee en ontpoldering (!) van de Waddenzee. De heer Brandt, voorzitter van de visserijbond, sprak in Urker kostuum de menigte toe en bracht onder de aandacht dat er ook Urker vissers bij de ramp waren omgekomen. IJbema zelf nam het slotwoord. Daarna was er een tentoonstelling over geschiedenis van Paesens-Moddergat in het Hervormde lokaal, die bijeen was gebracht door D. J. Kammlnga (1884-1977) uit Dokkum, uitgever/boekhandelaar en verzamelaar voor de oudheidskamer van historische ’voorwerpen betreffende Dokkum en omstreken’. Het lokaal waar de tentoonstelling te zien was is nu het centrum van de activiteiten van stichting Oan ’e dyk en is het vertrekpunt van de wadlooptochten.

Behalve het initiatief tot de herdenking van de vissersramp hebben Jan Visser en Roelof IJbema ook de aanzet gegeven enkele vervallen monumentale vissershuisjes in te richten als museum voor vissersgeschiedenis. Dit werd ’t Fiskershúske, dat tot op de dag van vandaag de toeristische trekpleister van de omgeving is.

Paesens-Moddergat nu
Toen ik aan het einde van mijn bezoek afscheid nam van IJbema zegde ik hem toe hem op de hoogte te houden van de activiteiten die we organiseren met stichting Oan ’e dyk. Ons programma met muziek en poëzie in de middeleeuwse kerk bleek hij al te kennen. Hij gaf aan graag op de hoogte te blijven. „Altijd mooi om iets uit Paesens-Moddergat te horen.“ Ik vroeg naar de bekende weg toen ik zei dat wadlopen er zeker niet meer in zit. „Nee“, zei IJbema, die wegens rugklachten weinig meer buiten komt en zich dan met een rollator voortbeweegt. „Dan kwam ik niet meer terug“.